Gentherapie voor myotone dystrofie
De onderzoeksgroep in het Radboudumc onderzoekt cel- en gentherapie voor myotone dystrofie, omdat het de…
Het corrigeren van een erfelijke fout repareert niet automatisch veranderingen in de ‘verpakking’ van het DNA. Dat ontdekte moleculair celbioloog dr. Rick Wansink van het Radboudumc in zijn onderzoek naar myotone dystrofie. Deze ontdekking, gepubliceerd in Nature Communications, heeft consequenties voor de ontwikkeling van een therapie voor myotone dystrofie dystrofie en andere soortgelijke aandoeningen.
Myotone dystrofie (MD) is een erfelijke spierziekte, die veroorzaakt wordt door een fout in het DNA. Een klein drieletterig stukje DNA (CTG) wordt honderden, soms wel duizenden keren herhaald en gedurende het leven vaak ook nog langer. Hoe langer dit stukje ‘stotterend DNA’, hoe ernstiger de klachten. Binnen families met MD begint de ziekte bij elke nieuwe generatie op een jongere leeftijd en zijn de klachten ook ernstiger, omdat de ‘staart’ van CTG-herhalingen steeds langer wordt.
Rick Wansink doet al decennia onderzoek naar MD. Hij wil weten welke moleculaire processen tot de ziekte leiden en op welke manier we daar iets aan kunt doen. Want tot op heden is er nog geen therapie voor deze ziekte beschikbaar, ook al zitten er inmiddels wel aan aantal in de pijplijn. Een pijplijn die onder meer berust op eerder werk van Wansink, dat mede mogelijk werd gemaakt door het Spierfonds: “Mijn groep was een van de eersten die therapeutische ‘antisense oligonucleotiden’ introduceerde in MD en de eerste die de CTG herhalingen in MD verwijderde in menselijke cellen via CRISPR/Cas9 technologie.”
Recent heeft de groep van Wansink onderzoek gepubliceerd in Nature Communications dat voortbouwt op het eerdere CRISPR/Cas onderzoek. Met dit moleculaire schaartje is de staart uit het DNA te verwijderen. Dit is een potentieel genezende behandeling, maar toepassing in de kliniek vereist nog het nodige onderzoek. Zo is nog niet precies bekend welke rol de epigenetica speelt, de ‘verpakking’ van de genen. Hierdoor kunnen genen ‘aan’ of ‘uit’ worden gezet. Zo verandert de functie van een gen zonder dat zijn code verandert. Vergelijk het met het uitvoeren een muziekstuk door verschillende muzikanten: de noten zijn hetzelfde, maar de muziek is anders.
Bij MD wordt het herhalende stukje DNA alsmaar langer. In de ernstigste, aangeboren vorm van de ziekte gaat dit ook nog eens gepaard met epigenetische veranderingen die het DNA op een andere manier verpakken. Wansink: “Uit onderzoek samen met de groep van Rachel Eiges in Israël bleek al snel dat als we de erfelijke fout in menselijke stamcellen met CRISPR/Cas verwijderen dan ook meteen die aparte epigenetische verpakking verdwijnt. Maar zodra die stamcellen zich hebben ontwikkeld tot spier- of bindweefselcellen, dan kunnen we de fout wel verwijderen, maar blijft de epigenetische verpakking in stand! Dat is een belangrijk inzicht. Want correctie van de DNA stottering in cellen van patiënten met MD kan dus sommige, maar niet alle ermee samenhangende problemen verhelpen. Deze ontdekking kan helpen bij de ontwikkeling van nieuwe strategieën voor de behandeling door naast de fout in het DNA ook de epigenetische machinerie aan te pakken.”
Bronnen:
Persbericht Radboudumc
Publicatie in Nature Communications