Wetenschappelijk onderzoek
Meten van betekenisvolle effecten bij de behandeling van SMA
Hoewel er behandelingen beschikbaar zijn voor SMA, blijkt het moeilijk betekenisvolle effecten aan te tonen.…
Lees verder
Vermoeibaarheid van de spieren is een veelvoorkomende klacht bij SMA. Onderzoekers in Utrecht ontdekten dat de stofwisseling in de spieren waarschijnlijk geen oorzaak is van deze vermoeibaarheid. Wel zagen ze veranderingen in de samenstelling en werking van de spieren. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door het Spierfonds en Spieren voor Spieren met de opbrengsten van de Zwaluwen Jeugd Actie.
Fietsen in een MRI
SMA is een zeldzame erfelijke spierziekte, waarbij de spieren steeds zwakker worden. Een belangrijk symptoom van SMA is dat mensen bewegingen maar kort kunnen volhouden. Deze ‘vermoeibaarheid’ van de spieren treedt bijvoorbeeld op bij lopen, rolstoel rijden, eten en typen. “De oorzaak hiervan is nog onduidelijk”, vertelt onderzoeker prof. dr. Ludo van der Pol. “Mogelijk spelen veranderingen in de stofwisseling van de spieren een rol. Onderzoek in stukjes spier van patiënten lijkt hierop te wijzen. Maar dit is nooit onderzocht terwijl mensen met SMA actief zijn.”
Dat is precies wat de onderzoekers nu gedaan hebben. Ze lieten 15 mensen met SMA (type 3 en 4) en 15 controlepersonen met de armen fietsen in een MRI-scanner. Op twee verschillende dagen, zo’n 5 minuten lang, op een fiets die speciaal voor onderzoek in een MRI is ontworpen. “Terwijl de deelnemers op deze speciale fiets in de MRI fietsten en tijdens het herstel, maten wij de stofwisseling in de armspieren. Daarna vergeleken we de twee groepen met elkaar.”
Samenstelling en werking van de spieren
In tegenstelling tot wat de onderzoekers verwachtten, vonden ze geen grote verschillen in de stofwisseling in de spieren. “Het overgrote deel van de spieren bij mensen met SMA laat geen verandering van energiehuishouding zien”, aldus Van der Pol. “We zagen wel dat bij mensen met SMA bepaalde spiervezels langzamer herstellen na inspanning. Dit zou een mogelijk aanknopingspunt kunnen zijn voor behandeling. Ook vonden we een verandering van de samenstelling van de spieren. Dit past bij de lagere spierkracht bij SMA.”
Conclusie
Wat kunnen we nu concluderen uit dit onderzoek? “Dat de stofwisseling in de spieren bij mensen met SMA waarschijnlijk geen oorzaak is van de vermoeibaarheid”, vertelt Van der Pol. “Hier speelt dus iets anders een rol. Maar dankzij het onderzoek kregen we wel nieuwe inzichten in de samenstelling en de werking van de spieren bij SMA. Dit kunnen we in de toekomst gebruiken om het effect van behandelingen of trainingen te onderzoeken.”
